32e Artillerie (32 A)    (Terug)

 

Bronnen:

- Jamart, o.c. p 30

- Rapport Léon Navez in archiefbundel Evere TRI – CRI/A – Ier Groupe – 32A

- Rapport Albert Hanet in archiefbundel Evere TRI – CRI/A – Ier Groupe - 32A

32A is de naam die gegeven werd aan DRI/A/2 CA in februari 1940 en was gevestigd in de Karthuizerkazerne te Brugge.

 

DRI/A/2 CA kwam als volgt tot stand: In 1939 werd de TRI gecreëerd (Troupes de Renfort et d'Instruction). De bedoeling was hierin reservisten en nieuwe recruten onder te brengen.

Deze TRI was ingedeeld in DRI's (Dépôts de Renfort et d'Instruction), progressief gevormd in fase C van de mobilisatie vanaf 1 september 1939 en waarvan het gros gevormd werd door de lichting 1940 (opgeroepen vanaf 3 januari 1940) aangevuld met reservisten van vóór 1925 en voorheen vrijgestelde reservisten van latere lichtingen (mijnwerkers enz...). De DRI werden begin 1940 geherstructureerd en werden nu CRI genoemd en kregen tevens een nummer. Voor de DRI's van de Artillerie gebeurde deze herstructurering pas toen de oorlog al begonnen was: op 14 mei 1940 werden de regimenten 31A, 32A, 33A, 34A, 6R.A.A en 3 D.T.C.A ondergebracht onder CRI/A. Dit gebeurde te Beernem. Als bevelhebber werd kolonel Duquesnoy aangesteld, die daarvoor bevelhebber was van 32A. Bij 32A werd hij opgevolgd door luitenant kolonel Scohy.

 

DRI/A/2 CA en bijgevolg 32A was als volgt gestructureerd:

 

-GRA/1 DI bestaande uit 4 batterijen gevormd door recruten en reservisten van het 1ste Artillerie regiment (+/- 700 man)

-GRA/2 DI bestaande uit 5 batterijen gevormd door recruten en reservisten van het 2de Artillerie regiment

-GRA/2 CA bestaande uit 2 batterijen gevormd door recruten en reservisten van het 13de Artillerie regiment

 


Op het moment van de vorming van de CRI/A ( 14 mei 1940) wordt onmiddellijk besloten de reeds operationele onderdelen in België tegen de vijand in te zetten en daarnaast een nieuw regiment samen te stellen uit de opleidingsbatterijen van alle regimenten uitgezonderd 31A en hen -ontdaan van alle geschut en materiaal (behalve een aantal geweren en kogels (30 en 3.000 per batterij) en het didactisch materiaal)- per trein naar Zuid-Frankrijk (Aude) te sturen om er hun opleiding verder te zetten met het oog op een latere terugkeer als versterkingen. Dit nieuwe regiment zou de facto pas gevormd worden na aankomst van de verschillende onderdelen te Limoux. Het werd onder het bevel geplaatst van luitenant kolonel De Bueger, de commandant van 3 D.T.C.A. De treinen richting Frankrijk vertrokken vanuit Beernem vanaf 15 mei 1940. (Jamart p 100)


Michel zat als oorspronkelijke rekruut van het 1ste artillerie regiment in de 3de batterij van  GRA/1 DI. De commandant van zijn batterij was reserve luitenant De Porre (Gentenaar geloof ik en nog op bezoek geweest in Hemelveerdegem tijdens de oorlog) en waarschijnlijk (hoewel een verslag van De Porre ontbreekt in de archieven van 32A!) is het onder zijn bevel dat de reis van Beernem naar Limoux werd ondernomen (na eerst vanuit Brugge naar Oedelem te zijn gegaan). Van 32A ging in totaal een detachement van ongeveer 2.000 man met twee treinen naar Limoux: het eerste konvooi (2 CA -13A en vermoedelijk 2 DI – 2A)vertrok op 15 mei 1940 uit Beernem onder het bevel van luitenant Dubois (reserve luitenant en commandant van de 2de batterij  van 2 CA)en van Albert Hanet (reserve luitenant en commandant van de 3de batterij  van 2 DI) kwam na een oponthoud te Argeles aan te Limoux op 24 mei 1940. Het tweede konvooi (1 DI – 1A) onder leiding van Arthur Freedman (reserve luitenant en commandant van de 1ste batterij  van 1 DI) vertrok op 16 mei 1940 (Bury zegt 17 mei--> verwarring avond-morgen?)  om 3u30 's morgens en kwam eveneens te Limoux aan op 24 mei 1940 om 5u. (Bron: rapport  Arthur Freedman – volgens hem werd een verslag van de “bewogen” en “avontuurlijke” reis overgemaakt aan luitenant kolonel De Bueger / rapport onderluitenant Dombrecht sectiechef 2de batterij 2 CA). Arthur Freedman  zorgt er naar eigen zeggen voor dat zijn mensen gekantonneerd worden in een straal van 10km en dat er in ravitaillering voorzien wordt.  Michel blijkt met zijn batterij gekantonneerd te zijn in Cepie vlak bij Limoux.

 

In Limoux stelt men vast dat de commandant van 32A, luitenant kolonel Scohy, niet ter plaatse raakt en wordt kapitein commandant Willy Tollenaere als korpschef aangesteld.

 

De toestand is vrij benard en vooral de ravitaillering van de troepen is een heel probleem.

 

Vanuit Limoux worden op 7 juni een aantal (800? 4 compagnies van 200 man) soldaten en officieren uitgestuurd als werkbataillon naar het front in het Noorden (Troyes – St Just Sauvage) onder bevel van kapitein commandant Roze (14de Artillerie). Met de trein reizen zij via Meaux, Vitry-le-François en Romillies naar Troyes (Aube) waar zij aankomen op 11 juni. De compagnie wordt gelegerd te Ville-Chétif (vlak bij Troyes) en ingedeeld bij het IVe Franse leger. Op 12 juni 's avonds krijgen zij het bevel in kleine groepjes te vluchten richting Avallons en daar te verzamelen. De eenheid van reserve Luitenant De Porre, waarvan Michel deel uitmaakte, wordt bij deze vlucht gesignaleerd (verslag Cools)

 

Sommigen worden door de Duitsers gevangen genomen en naar België afgevoerd of slagen er in zelf België te bereiken in de verwarring van de terugkeer van de gevluchte burgers (verslag Cools / verslag Verbrugghen 2 DI). Een aantal (350) bereikt Avalons hergroepeert zich en gaat in groep met de trein vanuit Avallons terug naar het Zuiden. Deze groep bereikt Limoux onder leiding van luitenant Hoornaert, onderluitenant Dombrecht en Adjudant Martens op 24 juni (citatie in regimentsdagorder d.d. 26 juni 1940 van 32A door commandant Tollenaere). Het betreft de compagnie van Hoornaert zelf (vermoedelijk +/- 200 man en geïsoleerden van de andere compagnieën)  Anderen vluchten in gespreide orde terug naar het Zuiden met alle mogelijke middelen...

 

Zoals ik kan afleiden uit de brief van aalmoezenier Vergaelen, maakte Michel deel uit van dit werkbataillon:  In de brief van Vergaelen zegt deze hem voor het eerst ontmoet te hebben “op weg naar het front te Ville-Chetif” en verder “na droeven terugtocht te Cepie”.  Het is niet duidelijk of Michel deel uitmaakte van de 350 man die met de trein vanuit Avallons terug naar Limoux geraakten of dat hij met zijn compagnie op eigen kracht terug in Limoux terechtkwam. Feit is dat van reserve luitenant De Porre niet gesproken wordt

 

Van de 700 mensen van 1 DI blijven er op 30 juni nog een 300-tal over in de streek rond Limoux (276 soldaten, 26 onderofficieren en 7 officieren -cfr verslag Hanet).

 

Op 1 juli vindt een herstructurering plaats.  32A wordt groep IV van CRI/A. Deze groep is ingedeeld in 7 batterijen onder het commando van majoor Hardenne waarbij de manschappen van de batterijen zonder bevelhebber in één van de 7 worden ingedeeld. De 3de batterij van 1 DI waarin Michel zat is zo vermoedelijk ondergebracht in de 1ste batterij van groep IV (De Porre is waarschijnlijk niet teruggekomen van zijn opdracht aan het front en terug naar België gegaan of gevoerd). Op de overlijdensacte van Michel wordt hij omschreven als behorend tot de 1ste batterij van het 32ste artillerieregiment gekantonneerd te Cépie (Aude).

 

Volgens het verslag van Albert Hanet begint het vanaf 11 juli te rommelen onder de troepen en komt er een soort revolte waarbij geëist wordt dat iedereen gedemobiliseerd wordt en dat de terugkeer naar België wordt georganiseerd.  Haantje de voorsten – steeds volgens het verslag van Hanet - in deze oproer zijn luitenant dokter Torrekens en reserve aalmoezenier Vergaelen uit Oudenaarde. Dokter Torrekens zou openlijk zijn sympathiën voor Hitler hebben laten blijken en bedreigde de officieren die trouw bleven dat hij ze zou weten te vinden bij hun terugkeer in België. Onderwijl verwaarloosde hij zijn medische opdracht. Ook aalmoezenier Vergaelen zou zich niet onbetuigd gelaten hebben ondertussen zijn opdracht vergetend en zich enkel bezighoudend met zijn “vriendjes”.

Torrekens deserteerde eind juli en Vergalen kort daarna (Brief Vergaelen aan Bommama een nakijken! - zegt wegens ziekte te Alaigne en Routiers niet op bezoek te kunnen gaan zijn bij Michel!).

 

Personen:

 

-Brigadier Schockaert zou, zo blijkt uit de brief van Vergaelen, deel uitgemaakt hebben van de batterij van Michel en aanwezig geweest zijn op diens de begrafenis.

 

-Wachtmeester Pots wachtmeester 3de batterij gelegerd te Alaigne. Lag bij Michel in het ziekenhuis in Limoux (keelontsteking!) en was aanwezig op diens begrafenis (zie brief Pots – Bompa vertelt dat dit een Gentenaar was die gedurende de oorlog nog enkele keren in Hemelveerdegem is op bezoek geweest) 

 

Stukken Archief 32A gevonden in het legerarchief te Evere:

(betreft de stukken die ik ook in Refdocs gezet heb en waaruit ik gegevens ivm 32A in Frankrijk heb kunnen halen --> Cools1 nog in te scannen!)

-        Uittreksel regimentsdagorder 26 juni 1940

-        Verslag Bury

-        Verslag Cools

-        Verslag Dombrecht

-        Verslag Freedman

-        Verslag Hanet

-        Verslag Navez (overzicht samenstelling 32A)

-        Verslag Verbrugghen